Hoe staat Turkije ervoor?
Het voortgangsrapport van Turkije in 2015 geeft een gemengd beeld. De Commissie is erg tevreden over de economische ontwikkelingen en geeft aan dat Turkije de Europese concurrentiedruk aan zou kunnen. Verder heeft de Europese Unie in Turkije een belangrijke partner in de strijd tegen extremisme. Daarentegen geniet de Turkse bevolking steeds minder vrijheid. Journalisten moeten vrezen voor repressie en ook de Koerden wordt het moeilijk gemaakt.
In het rapport looft de Commissie het land, omdat het zich zo inzet voor de Syrische vluchtelingen. Turkije helpt deze vluchtelingen zo goed als mogelijk en vangt hen massaal op. Bovendien speelt Turkije inmiddels een belangrijke rol in de strijd tegen IS.
Door deze inmenging in de conflicten in buurlanden heeft Turkije te maken met terreur en geweld. In reactie daarop treedt de regering hard op tegen de Koerdische minderheid en wordt het sociale domein (zowel traditionele als sociale media) streng gecontroleerd. Dit is in strijd met de Europese basis rechten. Ook krijgen minderheden het steeds moeilijk, en de Europese Unie roept Turkije op om de basisrechten voor iedereen te garanderen.
Het land moet
- stabiele instellingen hebben die de democratie, de rechtsstaat, de eerbiediging van de mensenrechten en respect voor minderheden waarborgen
- een goed draaiende markteconomie hebben en opgewassen zijn tegen de concurrentie van de EU.
- de verplichtingen van het lidmaatschap op zich nemen, de gemeenschappelijke wet- en regelgeving van de EU overnemen en implementeren, en de verschillende doelstellingen van de Europese Unie ondersteunen
- Toetreding van een land mag het effectief functioneren en het zich ontwikkelen van de EU niet onder druk zetten

Schrijver J. de Haan schreef in de trouw het volgende:
"Ook met de markteconomie is het in Turkije nog niet goed gesteld. Turkije laat zien dat het ook in dit opzicht afwijkt van de andere landen toen over de start van hun toetredingsonderhandelingen met de EU werd besloten. Alleen Roemenië had een economische vrijheid die lager was dan die van Turkije tegenwoordig. Op basis van deze cijfers voldoet Turkije (nog) niet aan de toetredingscriteria. Neemt de EU die serieus dan moet het onderhandelen met Turkije worden uitgesteld."
J. de Haan is hoogleraar Politieke Economie aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Maak jouw eigen website met JouwWeb